Thema Wegontwerp en weginrichting
Redactie
Een snelle en comfortabele busverbinding, ook wel interstedelijk Bus Rapid Transit (BRT), op de corridor Utrecht–Amstelveen–Haarlem lijkt kansrijk. Dat valt op te maken uit onderzoek van Movares in opdracht van CROW-KpVV, DOVA, Provincie Utrecht, Vervoerregio Amsterdam, Provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat.
Het doel van het onderzoek was de potentie in kaart brengen van deze corridor, één van de BRT-voorbeeldcasussen uit de Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040, en te komen tot algemene lessen en leerpunten voor onderzoek naar andere BRT-lijnen in Nederland.De voorkeursvariant uit de studie loopt van Haarlem-Zuid, via Schiphol Noord, Amstelveen en Breukelen naar Utrecht Leidsche Rijn. Het traject verbindt via de autosnelwegen A9 en A2 verschillende woon- en werkgebieden met elkaar.
Reistijd van 50 naar 30 minuten
De reistijd tussen Leidsche Rijn Centrum en Amstelveen met trein en bus kan worden teruggebracht van zo’n 50 minuten nu naar ongeveer 30 minuten in BRT-uitvoering, en wordt daarmee ongeveer even lang als met de auto. Tussen Haarlem en Amstelveen blijft de reistijd per ov ongeveer gelijk. In Haarlem en Utrecht waaiert de verbinding uit. De frequentie tussen Amstelveen en Breukelen kan naar 12 keer per uur.De vervoerwaarde van de voorkeursvariant is ruim voldoende voor een buslijn. Door de busverbinding naar een hoger niveau te brengen kan het aantal reizigers worden verhoogd. De berekende exploitatiebijdrage is relatief hoog, maar kan omlaag door het aantrekken van bestaande en nieuwe ov-reizigers.
Extra stops, hogere vervoerwaarde
De studie laat zien dat het aantal reizigers door extra stops maar beperkt ten koste gaat van doorgaande reiziger. De totale vervoerwaarde wordt door extra stops hoger. Door de stops dicht langs de corridor te houden en de bochten bij een stop te minimaliseren blijft de extra reistijd beperkt en het comfort hoog.Lastig en kostbaar is het inpassen van haltes aan de snelweg, bijvoorbeeld door een verhoogde ligging, geluidsmuren en het ontbreken van onderdoorgangen of viaducten. Bovendien is het ruimtebeslag van de haltes aanzienlijk, door de noodzakelijke afscheiding van het voorbijrijdende verkeer en de lengte van de in- en uitvoegstroken om voldoende snelheid te kunnen maken.
Ook is gekeken naar mogelijke vormen van inpassing in de concessiesystematiek.
Vervolgonderzoek
De scope van de studie was relatief beperkt, een verdere uitwerking van de voorkeursvariant op het gebied van vervoerwaarde, inpassing, investeringskosten en exploitatie is dan ook gewenst.Download BRT tussen Utrecht–Amstelveen-Haarlem via deze pagina.
Delen via