Thema Wegontwerp en weginrichting
Redactie
"Zonder sturend parkeerbeleid loopt alles vast. Zo doorgaan als nu kan niet meer." Dat zei Barend Jansen van de provincie Zuid-Holland op 22 september in het provinciehuis tijdens een CROW-bijeenkomst over parkeren en duurzame gebiedsontwikkeling.

Om die vicieuze cirkel te doorbreken heeft de provincie vastgelegd dat er per sociale woning een parkeernorm van 0,7 geldt (inclusief bezoekers). Ook in een omgeving met hoogwaardig openbaar vervoer geldt deze limiet. Het voordeel is dat de bouwdichtheid kan toenemen van 43 tot 72 woningen per hectare. Helemaal dwingend is het provinciale beleid overigens niet, gemeenten kunnen nog steeds gebiedsspecifiek beleid voeren op basis van lokale data en overwegingen.
Pijnacker-Nootdorp

In Pijnacker-Nootdorp wordt hard nagedacht over de aanpak van het parkeren, vertellen Arend Kranenburg en Jethro Rasing van de gemeente. Een complicatie is dat de wijk tamelijk ver van de tram en RandstadRail ligt, terwijl je voor duizend woningen geen HOV kunt aanleggen. Een op tram of metro aansluitende buslijn is het hoogst haalbare. Dat leidt tot mensen die eerder de auto pakken en een hausse aan vragen. Hoeveel parkeerplekken moeten er komen en waar? Hoe hou je die plekken betaalbaar, ook voor starters op de woningmarkt? Komt er een vorm van parkeerregulering? Wat doe je met en voor de fiets, het openbaar vervoer, hoe ga je om met deelmobiliteit? Het zijn vragen waar meer gemeenten met ‘uitleggebieden’ mee worstelen, gelet op de grote woningbouwopgave.
Pijnacker-Nootdorp werkt nu aan een nieuw parkeerbeleid. Voorafgaand daaraan zijn de parkeernormen dit jaar al aangepast: voor sociale woningbouw geldt nu een norm van 1,2. Of 1,05 als de bespaarde 0,15 ‘groen’ wordt en alsnog parkeerplaats kan worden als de parkeerdruk toeneemt. Verder is het uitgangspunt dat twee deelauto’s zeven parkeerplaatsen vervangen (de nettowinst is dus vijf plaatsen). En fietsenstallingen in of bij appartementencomplexen moeten makkelijker bereikbaar zijn dan autoparkeerplaatsen.
Het wachten is nog op oplossingen of definitieve antwoorden, maar Rasing pleit ervoor dingen te proberen, risico’s te nemen en niet meteen alles in regels vast te leggen. Eén ding staat voor hem en zijn collega Kranenburg nu al vast: aan een vorm van regulering van het parkeren is niet te ontkomen.
Delft

Het binnenstedelijke project Nieuw Delft, op de plaats van de in een tunnel verdwenen spoorbaan, is een soort brandpunt van de parkeerproblematiek. Ondergronds parkeren kan hier niet door de spoortunnel. De ruimte voor parkeren is dus zeer beperkt. Als een van de oplossingen zijn in een deel van het gebied kavels verkocht zonder parkeerplaats. In ruil daarvoor heeft de gemeente beloofd een vorm van deelmobiliteit beschikbaar te hebben voordat de bouw op de kavel begint. Om dat te verzekeren gaat Delft deelmobiliteit aanbesteden en de winnende partij een concessie voor drie jaar verlenen. De aangeboden mobiliteitsvorm moet openbaar toegankelijk zijn, ook voor anderen in de omgeving.
Buurtcoöperatie

Duidelijk is dat het verkeerssysteem vol zit en dat we niet op de huidige manier kunnen doorgaan met het blijven faciliteren van het (auto)verkeer. Uit de casestudies blijkt dat er voor de combinatie van parkeren en duurzame ontwikkeling geen one size fits all is. Voor leefbare steden en dorpen is maatwerk nodig, toegesneden op de lokale situatie. Belangrijk daarbij is informatie-uitwisseling en leren van elkaars ervaringen.
Bekijk hier de presentatie van de provincie Zuid-Holland en DEEL. En van de gemeente Delft.
Lees ook het verslag van de bijeenkomst Parkeren en duurzame gebiedsontwikkeling in Noord-Holland.
Delen via