Thema Brede welvaart
Het inpassen van brede welvaart in beleid is complex en vereist een nieuwe manier van denken. In de Community of Practice brede welvaart van CROW komen inspirerende voorbeelden voorbij die de opgave rond brede welvaart in mobiliteitsbeleid praktisch maken. Eén van die voorbeelden is de serious game 'Laakdam, voorbij mobiliteit'.
Met de serious game kunnen beleidsmakers in een veilige simulatieomgeving oefenen met brede welvaart. Daarbij worden ze uitgedaagd hun werkwijzen te herzien en uit hun comfortzone te komen. We spraken over de game met Yme Gorter en Paul de Ridder. Beiden zijn medeoprichter van Waai en ontwikkelaar van de game.
Fictieve gemeente
De serious game 'Laakdam, voorbij mobiliteit' is gesitueerd in de fictieve gemeente Laakdam, een grote stad in Nederland waar de problematiek, eigenschappen en geografie van bestaande steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Zwolle zijn gecombineerd. Spelers gaan in twee teams – beleidsadviseurs en onderzoekers – aan de slag met een grote beleidsopgave in de stad. De uitdaging daarbij is om bij elke keuze rekening te houden met de effecten daarvan op zoveel mogelijk terreinen. Er is sprake van systemische opgaves; een beslissing binnen één domein heeft altijd effect op minimaal twee andere domeinen.
De game is ontwikkeld door Waai, een missiegedreven adviesbureau met een focus op duurzaamheid. Het vertrekpunt was het inzicht dat, om van brede welvaart een succes te maken verandering bij mensen de sleutel is. “Je kunt zoveel tools, instrumenten en rekenmodellen maken als je wilt”, vertelt Paul, “maar de grootste verandering moet zitten bij de manier waarop mensen kijken naar de opgaves die voor hen liggen. Dat zit hem vooral in meer rekening houden met aspecten die gevoelsmatig buiten het eigen domein en de eigen verantwoordelijkheid liggen.”
Soft skills
Een simulatie is een veilige, apolitieke omgeving om te proeven wat die switch behelst alvorens er in het ‘echie’ mee aan de gang te gaan. Bijvoorbeeld door te oefenen met soft skills rond beleid maken, iets waar nog weinig aandacht voor is. “Zo’n soft skill kan zijn: de telefoon oppakken en met een collega van een andere afdeling bellen”, noemt Yme als voorbeeld. “Een andere soft skill is het overbruggen van taalverschillen met elkaar. Die zijn soms enorm, zelfs binnen uitvoeringsorganisaties van hetzelfde departement.”
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zag de potentie van de game en is als opdrachtgever betrokken. Uitgangspunt voor de game is het Beleidskompas, dat een kleine twee jaar terug het Integraal afwegingskader verving als centrale werkwijze voor het maken van overheidsbeleid. “Bij het nieuwe kompas hebben zaken als het burgerperspectief en het betrekken van stakeholders een grotere rol gekregen”, zegt Paul. “Er zit dus al het nodige gedachtegoed over brede welvaart in.”
Wiskundige versus filmproducent
De game helpt vooral in het ontleren van een oude mindset en het aanleren van een nieuwe. Yme: “Ik zeg altijd: de oude beleidsmaker is een wiskundige, die met formules het beste beleid uitrekent binnen een eigen, hermetisch afgekaderde omgeving. De nieuwe beleidsmaker is een filmproducent die de acteurs regelt, de locatie, de decorstukken en alles samenbrengt om een mooie film te maken.” Paul vertaalt deze benadering naar een concreet voorbeeld van beleid: “Als beleidsmaker die gaat over verkeersstromen kun je als een wiskundige uitrekenen wat het beste verkeersplan is, maar dan heb je ruzie met je collega’s van sociale zaken, woningbouw en natuur en milieu. Beleid maken moet niet meer uit kokers of silo’s komen.”
Tot zover de theorie. Hoe helpt de game over de fictieve gemeente Laakdam om deze nieuwe manier van denken en werken te ervaren? Om de realiteit te benaderen hebben de makers voor een flinke dosis complexiteit gezorgd: er zijn boerengebieden, een bosgebied, een beschermd natuurgebied, een groot industrieterrein en de stad ligt ook nog eens dicht bij de Duitse grens, wat grensvraagstukken met zich meebrengt. Het spel speelt zich af in de nabije toekomst. De woningnood is onverminderd groot en Laakdam is aangewezen als groeistad. Dat betekent dat ambitieuze woningbouwplannen moeten worden gerealiseerd, maar op basis van een net uitgebrachte Monitor Brede welvaart moet ook met veel andere zaken rekening worden gehouden. Laakdam scoort vergeleken met andere Nederlandse gemeenten niet zo best op veel Sustainable Development Goals (SDG’s) en die moeten meewegen in de keuzes.
Complexe dilemma’s
Het spel bestaat uit vier rondes. Team beleidsadviseurs moet de keuzes maken die het beleid bepalen, team onderzoekers verzamelt informatie en geeft advies. Er liggen diverse dilemma’s voor. Moet bos of industrie wijken voor woningbouw? Een extra weg of een nieuw treinspoor voor betere bereikbaarheid? En wat gebeurt er met het verzorgingstehuis dat midden op de geplande nieuwe route staat? “Zo leer je na te denken over afruilen”, legt Yme uit. “Zaken als natuurbehoud of zorg voor ouderen zijn moeilijk in geld uit te drukken, maar je moet toch kiezen: als ik het ene doe, lever ik het andere in.” In de loop van de rondes wordt steeds meer complexiteit toegevoegd, zoals politieke context (denk aan: we moeten twee nieuwe azc’s over de stad verdelen) die de spelers moeten meenemen in hun afwegingen.
Bij brede welvaart speelt bovendien niet alleen de vraag wat de gevolgen zijn nú, maar ook voor toekomstige generaties. Die factor komt in de derde ronde van het spel terug. Zitten de volgende twee generaties op het gebied van sociaal, economisch, menselijk en natuurlijk kapitaal nog op hetzelfde niveau als nu? Voortdurend moeten de spelers rekening houden met de verdelingseffecten van hun keuzes nu en in de toekomst. “In volkswijk ‘t Dôrp blijkt bijvoorbeeld dat het percentage kankerdiagnoses hoger ligt dan in de rest van de stad door de uitstoot van het naburige industrieterrein”, geeft Paul als voorbeeld. “Een verdelingseffect kan zijn dat je ervoor kiest toekomstige werkgelegenheid te verlagen door de industrie te verkleinen, maar daardoor wel een gezondere leefomgeving creëert voor de toekomst.” Dergelijke afruilen zijn zo realistisch mogelijk gemaakt. “Alle casussen in de game zijn gebaseerd op bestaande casussen van de afgelopen tien à vijftien jaar.”
Challenge je organisatiecultuur
Een belangrijk onderdeel van de game is de gesprekskaart. Hiermee kan het beleidsteam gedurende het spel meerdere keren praten met het onderzoeksteam, dat over veel meer informatie beschikt. “Die informatie-asymmetrie is er in het echt ook”, legt Yme uit. “Hiermee proberen we mensen hun eigen organisatiecultuur te laten challengen. In de testruns die we gedaan hebben zien we steevast iemand die in ronde twee of drie zegt geen idee te hebben wat bij het andere team speelt, terwijl daar wel de mogelijkheid voor wordt aangereikt.”
Het spel eindigt met het schrijven en evalueren van een beleidsplan. Aan de hand van een lange lijst vragen wordt daarbij gecheckt wat het plan doet voor de verschillende domeinen en SDG-scores. Ook is er inmiddels een betaversie van een GPT waaraan het voorstel kan worden voorgelegd voor een objectieve beoordeling. “We merken dat de teams die vroeg in het spel beginnen met breed oriënteren het beste presteren”, zegt Paul. “Daar komen altijd meer gebalanceerde voorstellen uit.” Klinkt logisch, maar is nog niet zo makkelijk, vult Yme aan. “Sommigen hebben sterke overtuigingen. Als de bereikbaarheid beter wordt, gaat alles beter, bijvoorbeeld. Mensen die het spel vaker spelen en daarbij ook van team wisselen, zien steeds beter de andere perspectieven.”
Beter geïnformeerde beslissingen
Spelers die het spel al getest hebben, geven aan een veel beter beeld te hebben van hoe afruilen er in het echt uitzien. Ook horen Yme en Paul vaak terug dat ze beter doorkrijgen hoe de politieke waan van de dag doorwerkt in beleid. En, misschien wel het belangrijkste, dat mensen een beter beeld krijgen van hoe zaken buiten hun domein ook meespelen bínnen hun domein. “Spelers raken ook overtuigd van de noodzaak om meer samen te werken”, zegt Yme. “Dat geeft ook vertrouwen. Dit spel vertelt je niet hoe je morgen in jouw specifieke geval de dilemma’s moet oplossen, maar leert je wel de skills waarmee je het fundament legt om dat te doen.”
De game zorgt ook voor een beter praktisch begrip van brede welvaart, dat door sommige spelers voorheen nog als vaag werd ervaren. “Uiteindelijk gaat brede welvaart over beter geïnformeerde beslissingen”, zegt Paul. “Dit spel oefent daarmee, door rekenschap te geven van een breder palet aan afwegingen dan nu in de praktijk gebeurt.” En dat brengt ons weer terug bij de nieuwe mindset. “Als wiskundige ga je dit spel niet leuk vinden. Een stukje mensverandering, daar gaat deze game uiteindelijk echt over.”
Meer informatie
Delen via