Thema Assetmanagement
‘We moeten hout weer tussen de oren zien te krijgen’ Ondanks alle voordelen slaan we hout vaak over als materiaal in de grond-, weg- en waterbouw. Goed, er zijn in de afgelopen jaren belangrijke bruggen gebouwd van hout, zoals in Groningen, Sneek en Harderwijk. Ook kennen we inmiddels de houten lichtmast en vangrail. Maar van een grote doorbraak is nog geen sprake. Of wellicht nu. Want het CROW CUR-handboek Hout in de GWW is na achttien jaar volledig herzien en werpt een frisse blik op dit oeroude en vooral ook duurzame materiaal.
Henk schoof aan namens Rijkswaterstaat, waar hij sinds 1981 werkt. Als contractmanager is hij verbonden aan het onderzoeksprogramma Vervanging en Renovatie. Henk heeft ervaring met het ontwerpen van stalen bruggen , maar kwam bij de directie Bruggen van RWS in de jaren negentig in aanraking met hout en daar sprong een vonk over.
Henk: ‘Twintig procent meer hout in de bouw, dat was toen de leus. Er kwamen houten verkeersportalen en toepassingen als geleiderails en lichtmasten. Ik was ook betrokken bij de houten verkeersbruggen in Sneek. Ik promoot het materiaal sinds die tijd zoveel mogelijk, maar RWS is nog altijd een wereld van staal en beton. Bij ontwerpen zie je dat er sneller voor beton wordt gekozen, mede door de prijs.’
Voor de openhaard
Vroeger hoorde je in de wandelgangen bij Rijkswaterstaat regelmatig dat hout voor de open haard is. Henk: ‘Dat zie je nu snel veranderen. Bij Rijkswaterstaat zijn de afdelingen voor betonnen en stalen bruggen en viaducten samengegaan; concurrentie lijkt er niet meer te zijn. Als opdrachtgevers steeds meer milieueisen stellen, zal hout een opmars maken. Daar ben ik van overtuigd. We moeten hout weer tussen de oren zien te krijgen.’
Bôke zat als rapporteur in de werkgroep voor het nieuwe houthandboek. Hij studeerde bosbouw aan de Wageningen Universiteit en is inmiddels meer dan 25 jaar in dienst bij SHR, het onderzoeksinstituut op gebied van hout en bouwmaterialen. ‘Ik ben al vanaf het begin betrokken bij houtmodificatie; technieken om hout op een milieuvriendelijke manier beter te laten functioneren.’
Hout is heel duurzaam en past goed binnen de concepten van de circulaire economie. Je moet het alleen op de juiste manier en op de juiste plek toepassen, vertelt Bôke. ‘Onze inzichten over hoe we duurzaam kunnen detailleren in en met hout zijn met onze inspecties en onderzoekservaringen steeds verder uitgebreid en verdiept.’ Die nieuw ontwikkelde technieken zijn nu ook in het handboek opgenomen.
Inmiddels is er meer dan twintig jaar ervaring met diverse soorten en methoden van gemodificeerd hout. Die dienen als voorbeeld voor nieuwe projecten. Bôke: ‘Ten opzichte van 2003 zijn er niet eens zo heel veel nieuwe methoden ontwikkeld, het verschil zit ‘m vooral in de toepassingen. We weten nu beter hoe we ermee om kunnen gaan in de praktijk.’
Een tweede leven
In het vernieuwde handboek is ook extra aandacht voor hergebruik van hout binnen de grond-, weg- en waterbouw. Zoals houten damwanden die steeds vaker een tweede leven krijgen – bijvoorbeeld als onderdeel van een brug. Eric, van koepelorganisatie Centrum Hout, kent de voorbeelden uit de praktijk. Hij zit 23 jaar in het hout. ‘Neem die damwanden. Vaak zijn die alleen boven de waterlijn aangetast. De delen in het water kan je opnieuw schaven en gebruiken. Daar zijn al prachtige objecten mee gebouwd die aan de hoogste duurzaamheidseisen voldoen.’ Waar een wil is, is een weg, weet Eric. ‘Het is voor een aannemer vaak makkelijker om nieuw hout te bestellen. Maar als we duurzamer met onze beschikbare materialen willen omspringen, dan zijn er legio alternatieven.’
Wereldwijd zijn er allerlei voorbeelden van goed onderhouden houten objecten die eeuwenlang meegaan. De staafkerken in Noorwegen, bijvoorbeeld. Of de verkeersbruggen in het Amerikaanse New England. Nederland telt een beperkt aantal bedrijven die überhaupt een houten brug kunnen leveren, vertelt Henk. ‘Gezien alle opgaven die er liggen rondom duurzaamheid, zouden we daar met elkaar veel meer in moeten investeren.’
Harde milieucriteria
Nu veel grondstoffen langzaamaan opraken, kun je niet langer om hout heen, weet Bôke. ‘Om tot die circulaire economie te komen moeten we de daadwerkelijke kosten – dus de ecokosten – zwaarder laten meewegen in de beslissingen.’ Dat betekent: aan de voorkant harde milieucriteria stellen, een sterke lobby voeren én oprecht circulair gaan denken. Anders verandert er weinig, vertelt Henk. ‘Ik denk dat wij in staat zijn alle partijen in de sector te enthousiasmeren voor een bredere toepassing van hout.’
Hout hoeft beton en staal niet volledig te vervangen, weet Eric. ‘Je moet hout daar toepassen waar ‘t het meest geschikt is. Dat kan bij een brug bijvoorbeeld ook in combinatie zijn met beton. Dat je voor de fundering betonnen poeren gebruikt die minder onderhoud vragen.’ Eric merkt dat een jongere generatie ingenieurs onbekend is met hout, terwijl ouderen nog wel over die kennis beschikken. ‘Wij moeten die kennis meer naar voren halen en de voordelen benoemen. Daar is dit handboek ook een uitstekend middel voor.’
Ten opzichte van de vorige versie is met name rondom de detaillering veel verbeterd, stelt Eric. Er is nog beter uitgelegd hoe problemen met vocht en mogelijke aantasting worden voorkomen. Daar bestaat immers huiver over. ‘Bepaalde detaillering zorgt ervoor dat vocht in aansluitingen wordt vastgehouden. Dan wordt zo’n object na 25 jaar al aangeschreven, terwijl dat niet ligt aan het hout, maar aan het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud. Hout is een topproduct uit de natuur, maar je moet weten hoe je ermee omgaat.’
‘Er zijn sinds 2003 diverse bewerkingen van hout bijgekomen’
De werkgroep is alleen online bij elkaar geweest. Het proces heeft bijna drie jaar geduurd, vertelt Albert Haveman van CROW. De eerste editie uit 2003 was onder toezicht van SBRCURnet. Toen die organisatie op hield te bestaan heeft CROW dat werk overgenomen. Vanuit de markt waren meerdere signalen dat het handboek verouderd was, vertelt Albert. ‘Er zijn sinds 2003 diverse bewerkingen van hout bijgekomen, net als nieuwe houtsoorten en constructies.’
In de loop van 2019 besloot CROW die herziening op te pakken. ‘Vanuit Centrum Hout was al een groepje bezig met de voorbereiding. Vanuit CROW hebben we nog meer leden gezocht voor die werkgroep, om te zorgen voor een brede samenstelling’, zegt Albert. ‘Het handboek is niet alleen herschreven, maar er is een volledig nieuwe inhoudsopgave gekomen. Dat heeft tijd gekost. We wilden de volle breedte in beeld brengen, dus er waren ook nieuwe figuren, tabellen en foto’s nodig.’
De start van de werkgroep viel bovendien samen met het begin van de coronacrisis. ‘In april 2020 hebben we het eerste overleg gehad en in februari 2022 komt het handboek uit. Het duurde langer dan gedacht, maar we zijn heel tevreden over het resultaat.’
Hout: sterk, licht en makkelijk herbruikbaar
Het handboek Hout in de GWW (2022) beschrijft beschikbare houtsoorten en toepassingen voor de grond-, weg- en waterbouw. Deze gemoderniseerde versie bevat een groot aantal nieuwe details voor het op juiste wijze ontwerpen en detailleren van veel gebruikte toepassingen, werpt een nieuw licht op het modificeren van hout en houtproducten en vraagt vooral aandacht voor alle voordelen. Want hout slaat CO2 op, heeft veelal een gunstig milieuprofiel (MKI), is makkelijk herbruikbaar, oogt vriendelijk en natuurlijk, is licht en toch heel sterk en daarnaast goed te repareren en te bewerken.
Het nieuwe handboek is geschreven voor een brede doelgroep binnen de civiele techniek. Van ingenieursbureaus, aannemers en Rijkswaterstaat tot aan waterschappen, gemeenten en hoveniers. Maar ook het onderwijs heeft er baat bij: studenten kunnen het boek als naslagwerk gebruiken.
Het hierziene handboek is te verkrijgen binnen de Kennis Module Inspectie, advies, vervanging en renovatie civiele kunstwerken
Delen via