Sla navigatie over

Veilig werken in verontreinigde grond: topsport of circus?

9 oktober 2015

Thema Werk in uitvoering

Werk je in de grond-, weg- en waterbouw (gww)? Dan heb je een gevaarlijke baan. Dat zegt in ieder geval Niels van Ommen. De gww is namelijk een sector met bovengemiddeld veel arbeidsrisico’s, gezondheidsklachten en ongevallen.

Topsport

Werk je in de grond-, weg- en waterbouw (gww)? Dan heb je een gevaarlijke baan. De gww is namelijk een sector met bovengemiddeld veel arbeidsrisico’s, gezondheidsklachten en ongevallen. Dat staat in de Sectorrapportage Grond-, Weg- en Waterbouw 2014, van de Inspectie SZW. Gww'ers worden bovengemiddeld blootgesteld aan gevaren gerelateerd aan fysieke belasting, de arbeidsplaats en fysische factoren (geluid, temperatuur, straling).

Werk je binnen die gww ook regelmatig in verontreinigde grond? Dan ben je helemaal de pineut. Dan word je namelijk ook nog eens regelmatig blootgesteld aan allerlei gevaarlijke stoffen, die kanker of andere ziektes kunnen verwekken. Tot wel vier keer zo vaak als bij andere beroepen. Het aantal gezondheidsklachten in de gww neemt weliswaar af, maar klachten door blootstelling aan verontreinigde grond zijn daar niet in meegenomen. Dat is logisch, stelt het rapport, want de effecten treden pas lang na de blootstelling op.

Kortom: veilig werken in de gww, en zeker in verontreinigde grond, is topsport. Maar helaas zijn we niet allemaal topsporter…

De zwarte piet

Wat krijgt de sector ervan langs. Vooral opdrachtgevers in de gww. Ik citeer uit genoemde rapportage:

"De decentrale overheden zijn slecht bekend met hun verplichtingen als opdrachtgever en vergunningverlener."

"Er zijn signalen uit de sector dat de kabel- en netwerkbedrijven bewust en stelselmatig de aannemers laten werken zonder de in de sector gebruikelijke veiligheidsmaatregelen."

"Het lijkt erop dat de sector de onderwerpen die er het meest toe doen, het verst voor zich heeft uitgeschoven."


Zoom je vervolgens weer in op het werken met verontreinigde grond, dan wordt duidelijk dat opdrachtgevers, maar ook aannemers in de gww hun zaakjes onvoldoende op orde hebben. Uit een wat ouder inspectierapport (samengevat in deze factsheet) blijkt dat de helft van de aannemers, en nog een groter deel van de opdrachtgevers, serieuze steken laat vallen bij de voorbereiding en uitvoering van werken in verontreinigde grond.

Circus

Bovenstaande is overigens niet nieuw. Tot 2006 stond ik zelf -letterlijk- met de poten in de klei. En vaak was die klei verontreinigd: ik werkte als bodemonderzoeker, toezichthouder en directievoerder bij bodemsaneringen. Ik zag grondwater binnen seconden van kleur veranderen, grondwerkers zonder helm -met peuk- in de vieze sleuf staan, een machinist uit zijn kraan vallen (onwel geworden, geen overdrukcabine) en ook zelf ben ik dagen lang misselijk geweest van een klus waar ik zonder goede PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen) in de put stond (bleek benzeen aanwezig, was vooraf niet bekend).

Op feestjes en partijen vertelde ik trots over mijn werk. Maar familie en vrienden reageerden toch vaak sceptisch. Zij zagen ook de negatieve berichtgeving over gifgrond in woonwijken, asbest op het platteland, gesjoemel met ‘schone grond verklaringen’ en malafide aannemers. Men vond het maar een circus, een louche wereld waar veel cowboys rondliepen.

Samen aan de lat

Wat ik bijzonder intrigerend vind aan eerdergenoemde rapportage, is de lijst met Belangrijkste oorzaken ongevallen. Daaruit blijkt dat Verkeerde afweging veiligheid versus andere bedrijfsbelangen (zoals productiesnelheid) ergens onderaan de lijst bungelt (met 6%). Daar waar Onvoldoende aandacht voor veiligheid (34%), Onvoldoende goede plannen (16%) en Onvoldoende geschikt materieel (14%) veel hoger genoteerd staan. Dat wil er bij mij niet in: zijn de gebrekkige focus op veiligheid, slechte plannen en slecht materieel juist ook niet allemaal afgeleiden van een Verkeerde afweging veiligheid versus andere bedrijfsbelangen? Zal wel liggen aan mijn gebrek aan verstand van onderzoekstechniek.

Wat ik maar wil zeggen: ik denk dat het merendeel van de ongevallen in principe kan worden opgelost door meer te investeren in veiligheid (bijvoorbeeld via opleiding, voorlichting, betere voorbereiding, beter materieel, etc.). Maar we weten allemaal dat er een ‘economische grens’ zit aan die investering. De kunst is om die grens zó te kiezen, dat het resultaat optimaal is. En wat is nu het mooie, maar ook het moeilijke: die grens bepaal je als opdrachtgever en aannemer samen. De aannemer moet veiligheid niet inwisselbaar maken voor economisch gewin. Maar de opdrachtgever moet daar dan wel ruimte voor bieden en veiligheid niet tot sluitpost maken bij een aanbesteding of in een contract.

Rol CROW

De veiligheid en gezondheid binnen de sector wordt niet alleen bepaald door opdrachtgevers en aannemers. Ook andere partijen en personen hebben hierin een rol en verantwoordelijkheid. Dat geldt ook voor CROW. In genoemde rapportage staat met zoveel woorden dat de status van de relevante CROW-richtlijnen niet altijd even duidelijk is. Natuurlijk, dat heeft met heel veel factoren te maken, maar wellicht moet CROW daar zelf beter over communiceren.

Een ander aandachtspunt is dat CROW zijn richtlijnen blijft actualiseren en afstemmen op de veranderende praktijk. Dat treft, want momenteel zijn wij diverse richtlijnen aan het herzien, waaronder de CROW-publicaties 132, 307, 250 en 308. Lees hierover meer in dit artikel uit CROW et cetera en houd onze digitale nieuwsbrief in de gaten om op de hoogte te blijven.

En last but not least: de kwaliteitsborging van de opleiding DLP moet beter geregeld worden. Voor wie dat niet weet: DLP staat voor Deskundig Leidinggevende Projecten en de term is afkomstig uit CROW-publicatie 132 (Werken in of met verontreinigde grond). De DLP is dé sleutelfiguur voor het controleren en borgen van de veiligheid en gezondheid binnen projecten met verontreinigde grond. En laat 'Veilig werken met verontreinigde grond' nu juist één van de vier speerpunten zijn in eerder genoemde rapportage van de Inspectie SZW.

Opleiding DLP

Wat is er dan mis met de kwaliteitsborging van de opleiding DLP? Nou, die is maar beperkt geregeld. CROW heeft in het verleden toets- en eindtermen opgesteld om eenduidige examinering en (daarmee) een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de DLP te borgen. Die termen zijn vrij toegankelijk en het is aan opleiders zelf om deze toe te passen. En daar gaat het mis. CROW krijgt regelmatig signalen dat opleiders zich niet houden aan de toets- en eindtermen (of deze zelfs niet eens kennen!). Zo wordt de voorgeschreven studiebelasting niet altijd gerespecteerd (een goede opleiding beslaat minimaal 3 dagen). Of is er nauwelijks aandacht voor praktische verrichtingen. Of is de examinering dubieus.

CROW heeft in het verleden een poging gedaan om deze praktijk te verbeteren. Er werd een keurmerk geïntroduceerd voor opleiders die aantoonbaar voldeden aan genoemde termen/eisen. De animo hiervoor bleek zeer gering: opleiders (die aanvankelijk enthousiast waren) haakten af en de markt (lees: opdrachtgevers en werkgevers van DLP'ers) vroegen er niet om. Daarom is het keurmerk later weer afgeschaft.

En dus bleef de onduidelijkheid bestaan: welke opleiding voldoet aan de eisen? Welke DLP is wel goed en welke niet? Nu CROW-publicatie 132 wordt herzien, lijkt de tijd rijp om opnieuw na te denken over een oplossing. CROW wil binnenkort een nieuwe impuls geven aan het debat rondom de kwaliteitsborging van de DLP. In dat kader zal CROW toetsen of er draagvlak bestaat voor een centraal examen voor DLP'ers in Nederland, gekoppeld aan een openbaar register waar gediplomeerde DLP'ers in worden opgenomen. Pakt dat positief uit, dan is CROW voornemens om dat te gaan regelen.

Topsport of circus?

Tja, de wereld van verontreinigde grond. Ik denk dat het topsport is. En zelfs al is het een circus, ik ben gaan houden van dat circus. Na tien jaar volg ik nog steeds, via vrienden en ex-collega’s, wat er allemaal speelt. En zoals de wilde dieren uit het echte circus zijn verdwenen, zullen ook de cowboys uit dat andere circus ooit verdwijnen: ze horen er eigenlijk niet thuis. Maar ze maakten het ook wel weer spannend.


Niels van Ommen

Voor toezichthouders is er de cursus Toezichthouders in verontreinigde (water)bodem. Hierbij wordt u opgeleid tot een deskundige die in staat is om werken in of met verontreinigde (water) bodem op de juiste wijze te controleren. Lees meer over deze cursus. 

Delen via