Deze website maakt gebruik van cookies. Met functionele- en analytische cookies zorgen we er voor dat website goed werkt en verbeteren wij onze websites. Ook plaatsen we marketing cookies om je van persoonlijke content te voorzien. Wil je dit niet? Kies dan voor weigeren, we plaatsen dan alleen functionele en analytische cookies. Meer informatie.
Van 5 juli t/m 1 september zijn wij beperkt telefonisch bereikbaar: maandag t/m donderdag van 8.00 tot 12.00 uur.

Terugblik tweede editie Congres Duurzame Mobiliteit

Welke duurzame alternatieven zijn er voor de auto en hoe bied je die aan? Onder meer deze vragen kwamen aan de orde tijdens een warme, maar inspirerende tweede editie van het Congres Duurzame Mobiliteit van CROW op 14 mei in Utrecht.

Aan belangstelling geen gebrek. Trok de eerste editie van het Congres Duurzame Mobiliteit, op 3 oktober 2023 nog 75 bezoekers, op 14 mei 2024 meldden zich ruim 150 belangstellenden. Het congres vond plaats in de sfeervolle Villa Jongerius in Utrecht. Het was niet alleen een CROW-feestje overigens. Net als bij de eerste editie zijn ook CE Delft, Berenschot, VNG, IPO, DRIFT en het ministerie van IenW betrokken bij het event.
 

App met programma

Vooraf kregen alle deelnemers een link toegestuurd met het verzoek een app te downloaden. Daarmee is niet alleen het programma in te zien, maar ook wie er deelnemen. Handig voor de contacten, zegt dagvoorzitter Guy Hermans, teammanager Verkeer en Vervoer bij CROW. "Zoek elkaar op, leer meer vakgenoten kennen en help elkaar verder."
Hermans verwijst ook naar de website van CROW, waar onder meer informatie is te vinden over de RMP Monitor, de RMP-Rekentool, de Staat van de mobiliteitstransitie en SUMP. CROW biedt verschillende handreikingen en tools voor een breder perspectief op duurzame mobiliteit. En: "Vakgenoten die willen meedenken, mogen zich altijd melden."
 

Het belang van taal

Keynote speaker Marco te Brömmelstroet krijgt daarna het podium. Hij werkt als hoogleraar mobiliteitstransitie aan de Universiteit van Amsterdam en schreef samen met journalist Thalia Verkade het boek Het recht van de snelste (The Correspondent, 2020) over hoe ons verkeer steeds asocialer werd. In zijn prikkelende presentatie gaat Te Brömmelstroet dieper in op het belang van taal bij een transitie. De woorden die we gebruiken zeggen veel over hoe we denken. Maar taal kan ons denken ook in de weg zitten bij verandering, zegt hij. Door steeds dezelfde metaforen te gebruiken, blijft ons denken beperkt tot wat we al weten.
Als voorbeeld noemt hij de vrees voor files en andere opstoppingen. Sinds het begin van de verkeerskunde (rond 1930) wordt die angst gevoed door taal. Bijvoorbeeld door verkeer te vergelijken met bloed dat naar het hart gaat (het centrum van een stad). Als bloed niet kan doorstromen via de aders, dreigt een infarct en is een bypass nodig. Termen die we tot op de dag van vandaag ook voor het verkeer gebruiken, aldus de hoogleraar. Maar als we andere vormen van mobiliteit willen stimuleren (lopen, fietsen, deelvervoer, ov), waarom blijven we dan in dramatische bewoordingen over stilstaand verkeer spreken? Anders gezegd: waarom gaat al onze aandacht uit naar het voorkomen van files? Juist die oude terminologie houdt het oude denken in stand. En zo houdt de auto zijn dominante positie.
 

Bewerking van ‘Imagine’

John Lennon en Yoko Ono hadden al door dat je de wereld kunt veranderen door met behulp van taal en beelden een andere manier van denken te stimuleren, legt Te Brömmelstroet uit. Hij laat een beroemde foto zien van hun Bed-In, eind jaren zestig. Het stel lag vanwege die vredesactie bijna een week in een hotelbed van het Hilton in Amsterdam. Talloze journalisten kwamen op bezoek. John en Yoko lieten zich op de foto zetten met een witte fiets aan het voeteneinde, als alternatief voor de roet verspreidende stadsauto’s in die jaren. Die beelden gingen de hele wereld over; een sterk staaltje marketing. Te Brömmelstroet onderstreept dat tijdens zijn presentatie door een eigen bewerking van het nummer ‘Imagine’ te spelen, met behulp van een blauwe ukelele. Dat maakt indruk onder de deelnemers, getuige het applaus. In het lied droomt Te Brömmelstroet over een belangrijke positie voor de fiets. Maar dat niet alleen.
Aan de hand van een oude foto van een straat in New York vertelt de hoogleraar hoe ons denken over wegen en straten is gevormd door die ijzersterke positie van de auto. De foto van een eeuw geleden toont een straat die niet alleen ruimte biedt aan auto’s, maar ook aan handelslui, spelende kinderen en bewoners die met elkaar in gesprek zijn. Een drukke, maar gezellige bedoening. De straat als sociale ontmoetingsplek voor veel verschillende gebruikers. Heel anders dan nu. Onze wegen hebben een veel beperktere invulling door het dominante autoverkeer, schetst Te Brömmelstroet. Hoe duurzaam is dat?
 

Mensgerichte benadering

Een meer mensgerichte benadering van mobiliteit geeft ruimte voor andere toepassingen en oplossingen, bepleit Te Brömmelstroet. Dat vraagt dus om andere taal en nieuwe metaforen. Om dat laatste te verduidelijken laat hij alle deelnemers een oefening doen waarbij ze met twee handen in de lucht draaiende bewegingen mogen maken. Door het nauwkeurig opvolgen van zijn aanwijzingen blijkt de uitkomst van die oefensessie heel anders dan vooraf voorspeld. Waarmee Te Brömmelstroet maar wil zeggen: we denken in bestaande, vaste patronen en daar zijn onze verwachtingen op gebaseerd. Maar als je even een stap opzij zet, kan het ook heel anders.












 



Puzzelstukken

Na zijn presentatie mogen deelnemers zelf aan de slag met een uitgebreide netwerkactiviteit. Op de stoelen in de grote zaal liggen puzzelstukken met verschillende kleuren. Door die puzzels samen te leggen, verschijnen meerdere vragen en stellingen over duurzame mobiliteit. Bijvoorbeeld: Hoe kunnen we impopulaire maatregelen zo verwoorden dat er minder weerstand tegen is? Dat blijkt voer voor discussie. Verdeeld over alle zalen en ruimtes van Villa Jongerius ontstaan mooie, inhoudelijke gesprekken. Een terugkerend thema blijkt het ‘meekrijgen van de organisatie’ bij het maken van andere keuzes rond mobiliteit. In de woorden van Te Brömmelstroet: als je blijft doen wat je al deed, krijg je de oplossingen die je al had. Hoe doorbreek je die vicieuze cirkel? 
 

Niemand wil gedoe

Veel deelnemers blijken te werken bij gemeenten en provincies. Zij benoemen kansen, waaronder nauwere samenwerking tussen gemeenten via regioverbanden, om bijvoorbeeld best practices over duurzame mobiliteit te delen. Maar de praktijk is weerbarstig. "Op hoofdlijnen wil iedereen het duurzamer en mag de auto best een minder prominente plek krijgen", zegt een van de deelnemers. "Maar als hierdoor de parkeernorm in een woonwijk verandert en parkeerplekken vervallen, dan heb je als ambtenaar de poppen aan het dansen. Bewonersprotest, raadsvragen, een wethouder die terugkrabbelt om de achterban niet te bruuskeren. Niemand wil gedoe en daardoor gaan veranderingen niet snel genoeg."
In een van de groepen wordt ook de rol van CROW benoemd: het kennisplatform mag veel vaker een sturende rol oppakken, vindt een van de deelnemers. "Neem ons als overheden stevig aan de hand richting de aanpak die écht noodzakelijk is", zegt deze beleidsmedewerker van een middelgrote gemeente. "Ook bij alle andere maatschappelijke opgaven waar CROW bij betrokken is. We hebben partijen nodig die de lead nemen."


 

Vijftien deelsessies

Na de lunchpauze volgen in drie rondes vijftien verschillende deelsessies over duurzame mobiliteit. Met onderwerpen als 'Laatste nieuws uit Den Haag', 'Netcongestie & Mobiliteit – Pain or Gain?', 'Meer synergie: digital twins voor integrale mobiliteitsplanning', 'De verplichting van een SUMP voor Nederlandse urban nodes', 'Staat van de deelmobiliteit' en de 'RMP Prognosetool'.
 

Deelsessie CE Delft

Denise Hilster van onderzoeksbureau CE Delft vertelt over de effectiviteit van klimaatbeleid buiten de Randstad. Waar in de stad altijd een supermarkt te voet of per fiets bereikbaar is, ben je op het platteland vaak aangewezen op de auto. Hoe kun je de mobiliteit in de regio dan toch verduurzamen? Als mogelijke maatregel noemt Hilten het plaatsen van zogeheten 'lifthaltes', aangewezen plekken waar je sneller een lift krijgt. Hoe meer mensen liften of carpoolen, hoe meer ritten we uitsparen. In Frankrijk zijn daar al goede resultaten mee geboekt, aldus Hilster.
 

Deelsessie Flexvervoer

Ook in een deelsessie over flexvervoer is veel aandacht voor de buitengebieden. Kan flexvervoer een aanvulling zijn op het beperktere ov-aanbod in de regio? Valentin Schedereit van bureau Berenschot vertelt over projecten in Engeland en Duitsland waar kleinere voertuigen op afroep passagiers vervoeren. In Engeland gaat het om vaste routes en 1500 ritten per week. In Duitsland (rondom Hannover) zijn dat zelfs 1500 ritten per dag en dan ook nog eens van deur tot deur. Vergelijkbare projecten staan in Nederland nog in de kinderschoenen, zegt Schedereit. Met uitzondering van de Hubtaxi in Groningen-Drenthe. Laagdrempelig voor iedereen, want je kunt gewoon naar een centrale bellen. Dezelfde chauffeurs uit het reguliere busvervoer rijden ook op de flexvoertuigen, dus geen gebrek aan personeel. Kortom: een lichtend voorbeeld van flexvervoer.


 

Deelsessie Amsterdam maakt ruimte

Kris Steen van de gemeente Amsterdam houdt een presentatie over het koersdocument ‘Amsterdam maakt ruimte’. Een klein groepje vooruitgeschoven beleidsmakers kijkt in Amsterdam via een meer mensgerichte benadering naar stadsruimte en mobiliteit. Het is geen vrijblijvend verhaal, legt Steen uit. De stad vervuilt, het verkeer neemt toe en het aantal inwoners groeit. De oplossingen van het huidige systeem zijn niet meer toereikend. Van extra wegen tot nog meer belijning op straat, alles is al toegepast maar de rek is eruit. Dat vraagt om een andere kijk op die gezamenlijke ruimte, vertelt zij.
 

Inzichten 'vanaf de straat'

Amsterdam krijgt daarbij hulp van Igno Notermans (bureau DRIFT uit Rotterdam) en de methode Reflexieve monitoring. Die aanpak helpt ‘om echt in gesprek te gaan met inwoners’ en die input daadwerkelijk te gebruiken bij een nieuwe, alternatieve invulling van de ruimte, vertelt Notermans. Wat je gaat doen wordt niet vooraf in beton gegoten, maar ontwikkelt zich tijdens het proces en kan steeds worden bijgestuurd. Vooral dankzij die praktische inzichten ‘vanaf de straat’. Dat laatste is heel belangrijk, verzekert Notermans. "Want iedere gemeente kent de valkuil dat je de eigen organisatie centraal gaat stellen."
 
Na de derde ronde volgt een korte afsluiting in het restaurant, waar CROW'ers Ronald van der Weerd en Guy Hermans de bezoekers bedanken en alvast uitnodigden voor de derde editie, op 13 mei 2025. "Vandaag zitten we op ruim 150 deelnemers. Laten we afspreken dat we bij een volgende editie weer zijn verdubbeld", zegt Hermans met een knipoog. Gezien alle reacties en het gedeelde enthousiasme tijdens de sessies is dat niet eens zo’n gek voornemen.

Terug naar 'Duurzame mobiliteit'
Submenu openen

Terugblik tweede editie Congres Duurzame Mobiliteit

Scroll naar boven