Deze website maakt gebruik van cookies. Met functionele- en analytische cookies zorgen we er voor dat website goed werkt en verbeteren wij onze websites. Ook plaatsen we marketing cookies om je van persoonlijke content te voorzien. Wil je dit niet? Kies dan voor weigeren, we plaatsen dan alleen functionele en analytische cookies. Meer informatie.
Van 5 juli t/m 1 september zijn wij beperkt telefonisch bereikbaar: maandag t/m donderdag van 8.00 tot 12.00 uur.

Verandert alles voor trillingen onder de Omgevingswet?

18-08-2023

De nieuwe Omgevingswet van 1 januari 2024 voegt veel wetten, besluiten en regels samen, waaronder ook regels over trillingen en hinder. Carel Ostendorf van adviesbureau Cauberg Huygen vertelt over trillingsrichtlijnen, de Omgevingswet en wat er gaat veranderen.

De nieuwe Omgevingswet van 1 januari 2024 voegt veel wetten, besluiten en regels samen, waaronder ook regels over trillingen en hinder. Carel Ostendorf van adviesbureau Cauberg Huygen vertelt over trillingsrichtlijnen, de Omgevingswet en wat er gaat veranderen. 

Carel houdt zich bij Cauberg Huygen bezig met geluid, trilling en stikstof, en werkte mee aan de totstandkoming van de SBR-Richtlijnen A, B en C, die zijn opgesteld door SBR(CURnet). Daarnaast voert zijn organisatie trillingsonderzoeken uit voor bijvoorbeeld bedrijven, projectontwikkelaars, ProRail of aannemers die willen weten wat voor trillingen hun werkzaamheden in de omgeving veroorzaken om zo schade te voorkomen. 

Hij startte ruim 30 jaar geleden als adviseur geluid en met name op het gebied van industrielawaai: ‘Zo kreeg ik ook te maken met trillingen, van bijvoorbeeld machines of bouw- en sloopwerkzaamheden. Later kwamen er ook trillingen van verkeer en treinen bij.’ 

Omdat SBRCURnet eind 2017 is opgehouden te bestaan, heeft CROW de trillingsrichtlijnen overgenomen en via de website beschikbaar gesteld. 

De SBR-richtlijnen over trillingen A, B en C gaan over:
A.    Kans op schade aan bouwwerken door trillingen  
B.    Trillingshinder voor personen in de gebouwen 
C.    Trillingsgevoelige apparatuur 

Geen wet, maar dat scheelt niet veel

‘Een richtlijn is geen wet', vertelt Carel. ‘Inmiddels is er echter zoveel jurisprudentie over de SBR-richtlijnen trillingen dat iedereen de SBR-richtlijnen A en B beschouwt als een soort wet. Sommige wettelijke besluiten verwijzen bovendien naar een SBR-richtlijn. In het Activiteitenbesluit bijvoorbeeld staan algemene regels voor bedrijven over onder andere geluid, bodem, afvalwater, maar ook dat je je terrein schoon moet houden. Er staan tevens algemene regels in over trillingen die verwijzen naar SBR-richtlijn B.

In het Bouwbesluit staan allerlei eisen aan woningen, voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw. In het Bouwbesluit is ook een artikel opgenomen over geluid en trillingen door sloop- en bouwwerkzaamheden. Dus als een aannemer wil heien of slopen, dan bevat het Bouwbesluit ook regels over trillingen en hinder in de sloop- of bouwfase. Regels die verwijzen naar SBR-richtlijn B en specifiek naar tabel 4 uit deze richtlijn.’ 

Omgevingswet

De trillingen in de nieuwe Omgevingswet hebben betrekking op hinder voor personen. De onderwerpen schade (richtlijn A) en trillingsgevoelige apparatuur (richtlijn C) zijn niet opgenomen in de Omgevingswet. ‘Inmiddels zijn we al vele jaren bezig met de juridische kant van trillingen en hinder. Ondanks discussies weet ondertussen iedereen wel zo ongeveer wat er wel en niet mogelijk is. Het onderwerp trillingen is in de nieuwe Omgevingswet echter net even anders geformuleerd. Daarom is het goed mogelijk dat er opnieuw discussie ontstaat en dat we nieuwe jurisprudentie nodig hebben’, aldus Carel. 

Streefwaarden, standaardwaarden, grenswaarden

In de nieuwe Omgevingswet staan zaken over trillingen in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bkl is de opvolger van het Activiteitenbesluit en het Bbl de opvolger van het Bouwbesluit. Volgens Carel is een groot verschil met de huidige situatie dat in het Bkl geen verwijzing staat naar SBR richtlijn B (zoals in het Activiteitenbesluit), maar dat de streefwaarden uit SBR-richtlijn B zijn opgenomen als standaardwaarden in het Bkl (artikel 5.87). 

Carel: ‘In SBR-richtlijn B staan streefwaarden. Bij een streefwaarde heb je een inspanningsverplichting: je moet je best doen om het te halen. Als dat niet lukt, moet je er samen uitkomen. In de Omgevingswet zijn de standaardwaarden grenswaarden en daar móet je gewoon aan voldoen. Daarmee komen de oorspronkelijke streefwaarden dus  als grenswaarden terug in de Omgevingswet, via het Besluit kwaliteit leefomgeving’. 

Het Bbl verwijst wel naar SBR-richtlijn B versie 2006 voor trillingen die worden veroorzaakt door bouw- en sloopwerkzaamheden (artikel 7.18 Bbl). ‘Daarmee blijft voor bouw- en sloopwerkzaamheden dus sprake van streefwaarden’, licht Carel toe.

Kleiner of kleiner-gelijk

Carel noemt nog een ander verschil tussen SBR-richtlijn B en de formulering in het nieuwe Bkl en Bbl: ‘In de SBR-richtlijn B staat dat de trillingssterkte kleiner moet zijn dan de streefwaarde. Als de streefwaarde bijvoorbeeld 0,2 is, dan voldoet 0,19 nog wel, maar vanaf 0,2 voldoet het dus niet meer. In het nieuwe Bkl mag de trillingssterkte kleiner zijn dan de grenswaarde, maar ook gelijk zijn aan de grenswaarde. Als de grenswaarde nog steeds 0,2 is, dan voldoet een trillingssterkte van 0,2 nu dus wel. 

Dat geldt ook voor de formulering in het Bbl waar staat genoemd dat de trillingen niet meer mogen zijn dan de waarden in tabel 4 van de SBR-richtlijn B. Gelijk aan de waarden mag dus wel. Die verandering van formulering in het Bkl en Bbl lijkt een klein verschil, maar kan grote consequenties hebben als de afronding van de trillingssterkte niet wordt voorgeschreven. Op dit moment is die afronding nog niet geregeld in de Omgevingsregeling’.
 

SBR-richtlijn B blijft belangrijk

‘SBR-richtlijn B is niet in zijn geheel opgenomen in het Bkl. De begrippenlijst in bijlage I bij artikel 1.1 uit het Bkl verwijst namelijk nog naar “bij ministeriële regeling gestelde regels” voor de bepaling van de trillingssterkte Vmax en Vper.’ 

Carel legt uit: ‘Vanuit bijlage II in de Omgevingsregeling blijkt deze ministeriële regeling de vertrouwde SBR-richtlijn B te zijn. De verwijzing heeft betrekking op de hoofdstukken 6 en 8 uit de Omgevingsregeling, waarin artikelen zijn opgenomen over de wijze waarop je de trillingssterkte moet bepalen. Specifiek verwijst de Omgevingsregeling naar paragraaf 6.2 uit SBR-richtlijn B. Hierin zijn dan weer verwijzingen opgenomen naar de hoofdstukken 7 t/m 9 in SBR-richtlijn B, zodat de uitvoering van trillingsmetingen en de bepaling van de trillingssterkte nog steeds volgens SBR-richtlijn B plaats moet vinden. Wel opvallend is dat in bijlage II van de Omgevingsregeling een verwijzing staat naar versie 2002 van de richtlijn terwijl er ook een versie 2006 bestaat waarnaar verwezen wordt in het Bbl.’ 

Er is overigens volgens hem nog een reden waarom SBR-richtlijn B nog van belang blijft: ‘Trillingen door treinverkeer vallen onder bepaalde voorwaarden niet onder de reikwijdte van de Omgevingswet. Bij de beoordeling van de trillingssterkte in een bestaande woning of in een nieuw te bouwen woning, kun je dus gewoon gebruik maken van SBR-richtlijn B. 

Met de nieuwe Omgevingswet verandert niet alles voor trillingen. Veel blijft (ongeveer) hetzelfde. Het zal even moeten wennen.’

Scroll naar boven